Ademen heeft 2 belangrijke functies:

Zuurstof (O2) in het lichaam brengen en koolzuurgas (CO2) afvoeren. 

Als je inademt, komt de zuurstof via je longen in het bloed terecht.
Daar hecht het zich aan hemoglobine en wordt door het lichaam naar alle organen en cellen gebracht.

Je lichaam maakt zelf koolzuurgas aan.
Door te bewegen (sporten) zetten je spieren zuurstof (en glucose) om in energie en koolzuurgas.
Dit koolzuurgas is nodig want het zorgt ervoor dat de zuurstof kan loskomen van de hemoglobine en de organen en cellen voorzien van zuurstof.  

Aangezien je overtollig koolzuurgas uitademt, lijkt het alsof dit een afvalstof is.
Maar koolzuurgas is dus géén afvalproduct! Je lichaam heeft het wel degelijk nodig.

Ademen we te veel dan raken we te veel koolzuurgas kwijt en kunnen we allerlei klachten krijgen.
De klachten die je krijgt, hangt volgens Buteyko af van hoe het lichaam omgaat met het verlies van koolzuurgas.